Wat is hier nou leuk aan? Over het wonder van de knal - NRC

2021-12-30 13:13:39 By : Mr. Kunka Luo

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Oud en Nieuw In vuurwerk is de destructiedrang van de mens op een geruststellende wijze beteugeld. Er wordt niets vernietigd, behalve het vuurwerk zelf.

Wéér een jaarwisseling zonder geknal en vuurpijlen. Geen grote vuurwerkshows, geen mensenmenigten. En geen burgers die zelf vuurwerk afsteken, officieel dan, en dan naar de spoedeisende hulp moeten. Weer een nieuwjaar zonder slag of stoot. Op een enkele illegale knal na, dan.

Zodat leven met een pandemie nog eens duidelijk maakt waarin de betekenis van vuurwerk ligt. Het is een kwestie van scheikunde en sociologie: een sociaal evenement dat mogelijk wordt gemaakt door niet geheel ongevaarlijke, maar spectaculair verlopende chemische reacties. De sissende vuurpijlen, de zich uitvouwende bloemen, sterren, kransen en bollen, het geknetter, geknal, gegil en gefluit zijn de karakteristieke manifestaties van een duizend jaar oude en zich steeds verder ontwikkelende menselijke vaardigheid: pyrotechniek. Een gespecialiseerd onderdeel van de vuurbeheersing, het proces waarin de mensheid zijn angst voor het vuur overwon, het temde en er steeds beter in slaagde het in te zetten voor zijn eigen doelen.

Omgaan met vuur kunnen de mensen al zo’n 400.000 jaar, het op gecontroleerde wijze laten ontploffen van brandbare stoffen beheersen ze nauwelijks één millennium. Het geheim daarvan is het ontsteken van een sas, een aantal goed met elkaar gemengde stoffen die elkaar helpen bij een razendsnel verlopende verbranding. Een sas bestaat in ieder geval uit een brandstof en een stof die iets bevat wat we meestal met een gas associëren, maar dat ook in vaste vorm kan bestaan: zuurstof. Zo’n oxidator, bijvoorbeeld salpeter (kaliumnitraat), kan in korte tijd veel zuurstof afstaan en dat maakt het mogelijk dat een brandstof, bijvoorbeeld houtskoolpoeder, geen beroep op de buitenlucht hoeft te doen voor zijn verbranding – een rotje ontploft ook in een vacuüm.

De pyrotechniek vertoont in het klein alle trekken van een breed domesticatieproces

Als je houtskool en salpeter in de juiste verhouding mengt, ook nog wat zwavel toevoegt, dat alles heel fijn maalt en opsluit in een strak omhulsel, geeft die verbranding een daverend effect. Buskruit, want dat is het, kan hard knallen en als je van het omhulsel één kant open laat, kan de ontlading een kogel uit een geweerloop stuwen, of een raket uit een lanceerbuis. Dat aspect van het vuurbeheersingsproces heeft in de recente wereldgeschiedenis een nogal prominente rol gespeeld.

Maar in diezelfde geschiedenis is ook een wat vrolijker afslag genomen: het recreatieve en feestelijke gebruik van buskruit. Lustvuurwerk, zoals dat wel wordt genoemd, ter onderscheiding van het serieuze ernstvuurwerk, waaronder bijvoorbeeld noodsignalen vallen.

De knal waarmee de buskruitexplosie gepaard ging, sprak tot veler verbeelding en bouwde ook zonder kogel aan een carrière. Het was een geluid dat, net als het luiden van een klok of een gong, tot vér in de omtrek gehoord kon worden, maar dat door zijn korte duur en intensiteit geschikt leek voor het verdrijven van boze geesten of, in een doffedreunvariant, het markeren van een belangrijk moment. Saluutschoten – het afvuren van een kanon of een geweer zonder dat het met een kogel is geladen – zijn tot in de huidige tijd onderdeel van plechtige gebeurtenissen als troonsbestijgingen, begrafenissen en koninklijke geboortes.

Naast de knallen zijn het vooral die andere pyrotechnische verrichtingen die vuurwerk tot zo’n succes hebben gemaakt. Als je een vuurpijl voorziet van een tweede lading, met metalen als ijzer, aluminium, magnesium en titanium, kan de omhooggestuwde last op een van te voren bepaald moment en op honderden meters hoogte uiteenspatten in slierten en vonkenregens van allerlei kleur en vorm. In geavanceerd vuurwerk zit soms nog een derde lading, die explodeert als de eerste slierten uitdoven.

In een moderne vuurwerkshow zijn al die verschijnselen tot een strak geprogrammeerd evenement gesmeed. Uit honderden lanceerbuizen worden vaak bolvormige vuurwerkbommen afgevuurd. De ontsteking geschiedt elektronisch en dikke draadbundels leiden uiteindelijk naar een computer die op nauwkeurig bepaalde tijdstippen het vuurwerk lanceert.

Het is opmerkelijk dat socioloog Johan Goudsblom in zijn standaardwerk over vuurbeheersing Vuur en beschaving (1992) vuurwerk alleen terloops vermeldt, want de pyrotechniek vertoont in het klein alle trekken van het brede domesticatieproces dat hij beschrijft. Het is een eerbiedwaardig genre met een rijke historie en tot ontwikkeling gekomen dankzij de behoedzame omgang met gevaarlijke stoffen. Vuurwerk kwam vanuit China naar Italië en vanaf de vijftiende eeuw drong het in de rest van Europa door. In de loop van de vijftiende tot en met de achttiende eeuw, schrijft Jan Lenselink in zijn informatieve boek Vuurwerk door de eeuwen heen (1991), werd vrijwel elk feest aangegrepen om vuurwerk af te laten gaan. Vuurwerkmakers staken elkaar de loef af en breidden het repertoire uit.

Voor verwoesting bestaat een heimelijke fascinatie

Hooggespecialiseerde kennis en overgeleverde geheime recepten spelen nog steeds een belangrijke rol. Vuurwerk is een vast onderdeel van allerlei openbare feestelijkheden geworden en er zijn geen tekenen die erop wijzen dat het hier om een ritueel in zijn nadagen gaat. Integendeel, je kunt je tegenwoordig moeilijk een belangrijk evenement voorstellen dat niet met vuurwerk wordt afgesloten.

Hoe komt dat? Wat is het geheim van die fascinatie voor knallen en vuursporen? Voor een deel heeft dat met het vuur zelf te maken, beter gezegd, met de betekenissen die eraan worden gehecht. Historicus Willem Frijhoff vat die in een artikel over historisch vuurwerk als volgt samen: vuur staat in allerlei samenlevingen en in allerlei periodes voor het verlangen naar zuiverheid, voor de overwinning van het licht op de duisternis (in: Performances of Peace: Utrecht 1713, 2016). Vuur vernietigt het verleden en staat voor hoop en een nieuw begin – en dat is de oorspronkelijke basis van vreugdevuren zoals die met Pasen en Nieuwjaar worden georganiseerd.

Hoewel dat zelden expliciet wordt gemaakt, zijn die vreugdevuren en dat vuurwerk soms ook verre herinneringen aan het militaire vuur dat de onafhankelijkheid bracht, of de koning aan de macht. Het traditionele vuurwerk op 5 november in het Verenigd Koninkrijk is een herinnering aan de mislukte poging van de soldaat Guy Fawkes om koning Jacobus I en een groot deel van de adel te vermoorden. Fawkes werd in 1605 in de kelders van het Hogerhuis met een grote hoeveelheid buskruit betrapt, en dat de vorst die dans ontsprong, wordt elk jaar met veel ontploffingen en het verbranden van stropoppen herdacht.

Vuurwerk kan meer nog dan vreugdevuren veel mensen bereiken. De knallen en de vuursporen vormen een gebeurtenis die vrijwel niemand kan ontgaan. Vuurwerk is daarom zeer geschikt om iets abstracts als een datum tot een collectieve ervaring te maken. De toeschouwers drommen samen, ze kijken allemaal omhoog en ze zien daar allemaal dezelfde wonderen zich voltrekken. Bloemen die in een seconde tot bloei komen, even blijven hangen en dan knetterend uitdoven. Ze horen en voelen de knallen, ze ruiken het verbrande kruit, ze slaken de kreten van ontzag en bewondering die bij vuurwerk horen. De bezitsverhoudingen en de politieke scheidslijnen zoals die op de begane grond gelden, tellen even niet – de nachtelijke hemel is van iedereen. En of het nu de opening of de afsluiting van een festival is, het aanbreken van het nieuwe jaar of het vieren van de onafhankelijkheid, de gelegenheid wordt tot een zintuiglijke ervaring omgevormd en in het collectieve geheugen gegrift. Er wordt een associatieve band gesmeed tussen de gelegenheid en het vuurwerk, en dat leidt tot een drang naar herhaling.

Maar hoe verbindend een vuurwerk ook kan werken, ideologisch neutraal is het zelden. De organisatoren hebben meestal een agenda. Een collectief gevoel, een sentiment van saamhorigheid, kun je altijd gebruiken, of je nu stad, natie of Olympisch Comité bent. De Amerikaanse historicus Andrew Grant Wood deed onderzoek naar vuurwerk in Mexico, een land waar vuurwerk van oudsher een belangrijk aspect van het politieke en religieuze leven is. Niet alleen het wettige gezag bediende zich ervan, ook groepen die dat gezag tartten, of de macht betwistten. Zo gebruikten de anarchisten die tijdens het huurdersprotest van 1922 in Veracruz de eigendomsverhoudingen aan de kaak stelden, veelvuldig voetzoekers en vuurpijlen bij hun strijd. Niet als wapens, maar als een middel om van hun aanwezigheid te getuigen en om hun aanhang te mobiliseren (in: Media, Sound en Culture in Latin America and the Caribbean, 2012). Het is waarschijnlijk met soortgelijke motieven dat voetbalhooligans rotjes en Bengaalse rookpotten in voetbalstadions ontsteken. Het is een efficiënt middel om aan iedereen te laten zien dat ze er zijn: de inspanning is gering, het effect buitengewoon groot.

Morgen bekommeren we ons weer om nuttige dingen

Het irrationele van vuurwerk is ook een belangrijke factor. Hoog in de lucht laten exploderen van zorgvuldig geselecteerde en stevig verpakte chemische stoffen, de vele uren werk die daarin zitten en de hoge kosten die dat met zich meebrengt – een duidelijker voorbeeld van verkwisting is moeilijk te vinden. Daar wordt wel eens over geklaagd, maar bij de meeste mensen overheerst bewondering en vrolijkheid. De verkwisting is dit keer gelegitimeerd, zullen ze denken, het resultaat is spectaculair genoeg. Morgen bekommeren we ons weer om de dingen die nuttig en noodzakelijk zijn, nu genieten we van iets wat daaraan is tegengesteld. De tijdelijkheid van de in het donker geschreven figuren dwingt tot een vorm van concentratie die verder alles doet vergeten.

Op de achtergrond speelt wellicht ook een heimelijke fascinatie voor verwoesting, zeker als die een redelijk doel dient. YouTube-filmpjes van hoge schoorstenen en oude gebouwen die worden opgeblazen trekken miljoenen kijkers. Waar jaren aan gewerkt is, wordt met een druk op de knop en in een paar seconden teniet gedaan. Die knal, die stofwolken, dat langzame ineenzijgen heeft iets onweerstaanbaars. Dat weet een peuter al – nog leuker dan het bouwen van een toren van blokken is het in één beweging laten instorten van dat bouwsel.

In vuurwerk is die destructiedrang op een geruststellende wijze beteugeld. Er wordt niets opgeblazen, er wordt niets vernietigd – behalve het vuurwerk zelf. Het is le bang pour le bang, en dat kan bevrijdend werken. In het tijdschrift Perspectives in Psychiatric Care (juli 2019) beschrijven vier Chinese psychiaters dat ze hun depressieve patiënten aanmoedigen bij elke gelegenheid die daarvoor in aanmerking komt rotjes en voetzoekers af te steken, en daarbij flink te schreeuwen, te vloeken en te lachen. Het is volgens hen een goedkope therapie die een uitweg voor stress biedt en de patiënten kracht en zelfvertrouwen geeft.

Bevrijding, minder stress, meer kracht en zelfvertrouwen. Een gevoel van verbondenheid. De samenleving zou dat allemaal goed kunnen gebruiken. Maar juist nu moet die het doen zonder de mensenmenigten en de kleurige explosies die daarbij een beetje zouden kunnen helpen.

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.