Pijnlijke herinneringen aan een ongewenste eerste kus - NRC

2021-11-29 07:59:11 By : Ms. Linda Lee

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers vanuit huis.

NB In deze printversie kunnen elementen ontbreken.

Herinneringen Douwe Draaisma stelde een bloemlezing samen van herinneringen aan beroemde schrijvers, dichters en kunstenaars. Hij vraagt ​​zich af hoe betrouwbaar ze zijn.

'Het is moeilijk om over sommige dingen te schrijven', noteerde Sylvia Plath in haar dagboek in de zomer van 1950. 'Als je iets is overkomen, wil je het opschrijven en dan maak je het of te dramatisch of te ingetogen, overdrijf je de verkeerde dingen of negeer de belangrijke punten. Hoe het ook zij, je schrijft het nooit helemaal zoals je zou willen.'

Wat volgt is een dramatische beschrijving van hoe de 17-jarige Sylvia tegen haar wil wordt gekust in een schuur door de 32-jarige Ilo, met wie ze die zomer in een moestuin werkt. Zijn hand sloot zich om mijn arm. En ineens lag zijn mond op de mijne, hard en woest, zijn tong schoot heen en weer tussen mijn lippen, zijn armen om me heen als ijzer.'

De passage is een van de vele herinneringen aan beroemde schrijvers, dichters en kunstenaars die zijn opgenomen in The Ivory Cell. Onthoud en vergeet in Privé domein. Filosoof en psycholoog Douwe Draaisma koos tachtig passages over dramatische gebeurtenissen, intense ontmoetingen en verliefdheid uit meer dan 300 delen van Private Domain. We lazen over Lou Andreas-Salomé's kinderterreur, het eerste orgasme van Claire Goll, het lijk dat Alexander Herzen zag toen hij negen was en de schok die Elias Canetti trof toen zijn vader voor zijn ogen stierf.

Het idee – een verzameling passages over kleine of misschien wel de grootste momenten in iemands leven – is niet nieuw. Emile Brugman en Martin Ros (de laatste begon in 1966 de autobiografische reeks met de Arbeiderspers) hadden eerder de bloemlezing Ik Remember Me (1988) samengesteld. Dat de uitgever nog maar eens fragmenten uit eerdere egodocumenten bij elkaar brengt, klinkt misschien als luiheid, maar het resultaat is zeker niet hetzelfde. Zo geeft Draaisma elke herinnering zorgvuldig context en stimuleert zijn inleidend essay je om de passages met een frisse, zelfs filosofische blik te lezen. Want, zoals Draaisma stelt, hoe betrouwbaar zijn die memoires, autobiografieën, brieven en dagboeken 'die stuk voor stuk uit herinneringen zijn geweven'? In bijna elk deel 'zijn er passages over twijfels over het eigen geheugen, onzekerheid over de juistheid van herinneringen of het besef dat sommige gebeurtenissen in verschillende versies lijken te zijn opgeslagen'.

Als psycholoog gespecialiseerd in het menselijk geheugen wil Draaisma met zijn geselecteerde fragmenten de lezer uitnodigen om 'afscheid te nemen van een paar ideeën over het geheugen'. Zo wijst hij op de veronderstelling dat herinneringen die in de loop van het leven zijn veranderd daarom onbetrouwbaar of vals zijn. "Zelfs als herinneringen elkaar tegenspreken of onverenigbaar zijn, kan elk op zichzelf nog waar zijn." Wat je je bijvoorbeeld herinnert uit je kindertijd kan worden beïnvloed door ervaringen op latere leeftijd. En iets dat je pas later begrijpt of soms pas achteraf kunt plaatsen, kan een herinnering een interpretatie geven die verschilt van een eerdere interpretatie.

Als voorbeeld noemt hij Elias Canetti, die zijn vader zag sterven aan hartfalen. Als 7-jarige zag Elias zijn vader naast de ontbijttafel liggen. In de jaren die volgden, bleef hij zijn moeder vragen wat er precies was gebeurd en elke keer gaf ze hem een ​​ander antwoord. Deze versies kleurden zijn geheugen. Maar pas 23 jaar na het incident gaf zijn moeder hem een ​​verklaring die hij 'durfde aan zijn nagedachtenis toe te vertrouwen als een definitieve herinnering'.

Zoals de jonge Plath opmerkte in haar dagboek, schrijft Draaisma ook dat ze bij uitstek schrijvers zijn die ervan overtuigd zijn hun ervaringen niet zozeer met woorden vast te leggen, maar te construeren. 'Ze weten dat hun zinnen een wereld oproepen die een iets andere wereld zou zijn geweest met een iets andere formulering.' En dus stelt hij de vraag: zou er misschien zoiets bestaan ​​als een typisch schrijversgeheugen?

En dan wijst hij ook op zoiets eigenaardigs als het reminiscentie-effect: het feit dat mensen zich op oudere leeftijd meer persoonlijke gebeurtenissen uit de kindertijd herinneren dan uit andere, latere perioden. Het verklaart de melancholische toon van sommige fragmenten, zoals die van Ernest Hemingway, die op hoge leeftijd twee oude koffers met schriften en brieven vindt en met spijt terugkijkt op zijn gelukkige, jonge schrijfjaren in Parijs.

Ook mooi is de passage die Draaisma koos door schrijver August Willemsen, getiteld 'De borsten van Vreda' uit Ik Remember Me (1988). Het beschrijft de periode waarin de jonge August tijdens de wiskundeles zijn hersens pijnigde over hoe hij naar Vreda's borsten kon kijken zonder dat iedereen besefte dat hij dit deed. Als hij gluurde, zag hij allerlei details: het bh-bandje dat soms langs haar schouder zichtbaar werd, de uitdrukking van een tepel die minimaal door de stof van een bh duwde en een grijze trui. Die laatste maakte hem 'helemaal gek'. Het hoogtepunt was: 'Toen Vreda zuchtte (ik weet niet of ze wiskunde ook saai vond of dat iemand gewoon af en toe moet zuchten), rechtte ze haar rug en boog haar borsten zo ver naar voren dat ik er duizelig van werd. '

Willemsen bleef 's nachts vaak wakker, ook op latere leeftijd. Maar toen, en daar wijst de schrijver op de bitterheid die gepaard gaat met de herinnering uit het verleden, realiseerde hij zich 'de onontkoombare, wanhopige zekerheid dat ik nooit van mijn dagen, nooit in alle eeuwigheid, in enige denkbare realiteit, niet in het verleden of heden, niet hier of elders, zelfs niet in een droom, dat ik nooit en nooit zou kunnen weten hoe die borsten er toen uitzagen, hoe het zou zijn om ze aan te raken. Omdat ze niet meer bestaan. Die gedachte is verschrikkelijk.'

Het zijn deze ontroerende, persoonlijke hoogte- en dieptepunten die ons opnieuw doen beseffen hoe intens die gedachten kunnen zijn die we in het autobiografisch geheugen hebben opgeslagen. Het maakt dit boek tot een juweeltje dat je keer op keer oppakt en met een lach of een melancholiek hart weer opzij legt.

Heb je een tip over dit onderwerp, zie je een spelfout of feitelijke onjuistheid? We zouden het op prijs stellen als u ons hierover bericht. U kunt ons ook anoniem een ​​tip geven.