Lobisingi, lief, uitdagend of venijnig (1) - Culturu.com

2022-10-09 17:21:51 By : Mr. Kent Wong

“San ye luku mi, san ye waki me, mi’a no paarderij, mi’a no payasi man” is zowat de bekendste, uitdagende lobi singi in Suriname. Het betekent: “wat kijk je naar me, ik ben geen paardenrij en geen paljas” en dit lied werd kaksi in een sketch gezongen als voorbeeld tijdens de inleiding van historica Mildred Caprino over Lobi singi. Lobi singi waren voornamelijk in zwang van 1900 tot 1950, en werden opgevoerd op een groot erf in de Saramacccastraat.

NAKS De lezing over Lobi singi werd gebouden als interview, waarbij gerichte vragen werden gesteld door Nancy Lodik. Het vond plaats in het gebouw van de vereniging Naks, omdat die dit jaar 75 bestaat. Naks, Na African Kulturu fu Sranan, de Afrikaanse Cultuur van Suriname heet deze bekendste vereniging van Suriname die 75 jaar onafgebroken podiumkunst heeft onderwezen en gepresenteerd. Zang, dans, muziek en drama van Afro-Surinaamse origine wordt op authentieke wijze overgedragen en beoefend. Hiermee is Naks binnen en buiten landsgrenzen zeer bekend. Met van tijd tot tijd een lezing over een historisch aspect heeft NAKS zich bewezen als de vereniging waar de meeste vorming en informatie van Afro-Surinaamse origine te vinden is.

Lobi singi Lobi singi is niet te vertalen als liefdesliederen, zoals de kop van dit artikel al aangeeft. Vaak was zelfs het tegendeel waar en werden konflikten, jaloezie of afgunst in de liefdes sfeer zingend “uitgevochten” tijdens avonden waar zulke zaken aan de orde kwamen. De informatie van Mildred Caprino, die als een live interview werd gebracht, werd afgewisseld met steeds korte scenes door leden van Kwanza, en later van Naks Wan Rutu. De Wan Rutu heren met kawina zng en drums waren in full African Print, loszittend hemd en broek. In het Kwanzakoor droegen de dames van African Print gemaakte plooirokken net over de knie met geschulpte randen, onderrok effect in effen stof ook opengewerkt en geschulpt op de naaimachine.

Afro-Beroepsgroepen 1900- 1950 Caprino vertelde over de tijd waarin dit speelde dat de beroepen van de volkse Afrovrouwen toen vaker marktverkoopster was, kokkin, wasvrouw, naaister of dresi frow (kruiden geneeskunst beoefenaar). De beroepen van de Afro Surinaamse mannen waren geschoold handwerk zoals timmerman, (baksteen-)metselaar, schoenmaker, kleermaker, kapper, goudsmid, meubelmaker, schrijnwerker, (houtbewerker) of monteur, veeboeren en verder vissers. Velen hadden hun eigen onderneming. Helaas hebben Afro Surinamers deze met name ondernemende beroepen verlaten om zich meer te richten op intellectuele scholing, omdat dit meer aanzien genoot, terwijl met een beroep als marktvrouw of visser veel meer te verdienen valt.

En.. wat vond je van dit artikel?

meer Suriname, Z-Breaking news nieuws »